Beknopte definitie:
Openheid voor nieuwe werkwijzen en veranderingen en bereid zijn om zich hiernaar aan te passen. Kunnen switchen tussen verschillende taken. De kalmte bewaren in complexe situaties en anticiperen op eventuele hindernissen.
Kernwoorden:
- Openheid voor verandering
- Switchen tussen taken
- Anticiperen op hindernissen
- Rustig en doelmatig handelen
Gedragsindicatoren:
- Flexibele houding t.o.v. veranderende omstandigheden en indien nodig zich ernaar aanpassen
- Ziet de noodzaak van veranderingen in / staat open voor nieuwe werkwijzen
- Toont zich bereid om de werkwijze, aanpak of stijl aan te passen bij tijdsdruk, wijzigende prioriteiten, nieuwe gegevens of dringende vragen
- Kan vlot switchen tussen verschillende taken / staat open voor nieuwe taken
- Blijft rustig en doelmatig handelen in complexe situaties
- Moedigt anderen aan om hun gedrag aan te passen / beargumenteert de noodzaak van de verandering
- Evalueert regelmatig het resultaat om zo de gekozen aanpak tijdig bij te sturen
- Anticipeert: schat mogelijke hindernissen en oplossingen vooraf in
Relatie met andere competenties:
- Inlevingsvermogen (empathie)
- Zelfstandigheid
- Positieve ingesteldheid
- Veerkracht
- Leervermogen
Ontwikkeltips:
- Reflecteer over hoe je omgaat met veranderingen: vind je dit moeilijk of zie je dit net als een uitdaging? Hoe komt dit?
- Ga in gesprek met een collega die zich flexibel opstelt. Wat kun je van je collega leren?
- Oefen je flexibiliteit in door situaties aan te gaan waarin je je flexibel moet opstellen, bijvoorbeeld: leer een nieuwe taak aan, start met een nieuwe hobby, leer nieuwe mensen kennen, …. .
- Kies een taak uit die je vaak moet uitvoeren en bedenk of je deze ook op andere manieren kan uitvoeren. Probeer de nieuwe aanpak ook uit.
- Oefen 30 minuten per dag een nieuwe hobby uit of lees een inspirerend boek.
- Laat bepaalde werkwijzen los als blijkt dat deze niet toereikend zijn.
- Zie een nieuwe situatie als een uitdaging.